Waterbeschikbaarheid: ons watersysteem op de proef gesteld
februari 22, 2018
Waterbeschikbaarheid: ons watersysteem op de proef gesteld
In het vorige deel lazen we dat klimaatverandering zal leiden tot langere periodes van grote droogte. De aanvoer van water door de Maas zal daardoor verminderen en de waterkwaliteit verslechteren. Dit heeft grote gevolgen voor ons drinkwater, maar ook voor natuur, landbouw, scheepvaart en industrie. Hoe gaan we daarmee om? In dit tweede deel neemt Frans Swinkels je verder mee in de wereld van waterbeschikbaarheid.
Omdat verschillende landen afhankelijk zijn van het Maaswater is er een Maasverdrag gesloten waarin de verdeling van het water geregeld wordt. In dat verdrag is geregeld dat een derde deel van het water dat bij Monsin (Luik) door de Maas stroomt naar Nederland gaat, een derde naar België en een derde naar de Grensmaas. In Nederland wordt dat water vervolgens weer verder verdeeld.
In normale jaren stroomt bij Monsin (Luik) 165 kubieke meter water per seconde door de Maas. Hiervan gaan er bijvoorbeeld 25 naar de Zuid-Willemsvaart, 1 naar de Dommel, 25 naar België en iets meer dan 100 naar de Grensmaas (Natura 2000) en het Julianakanaal.
Hieronder zie je een schematische weergave van de afvoer van water via de Maas en de kanalen. Het gaat om een scenario dat zich gemiddeld ieder jaar 5 dagen voordoet.
Bij crisissituaties in Monsin (Luik), wanneer het langdurig droog is geweest en het Maaspeil wegzakt, stroomt er daar nog maar 30 kubieke meter per seconde door de Maas en blijven er dus voor Nederland nog maar 10 over. In de alarmfase is dit nog minder. Dan kan de aanvoer gedurende weken en maanden dalen tot slechts 4 kubieke meter per seconde.
Hoe moeten we met deze situaties omgaan? Er zijn allerlei soorten oplossingsrichtingen denkbaar. Zo zouden we bijvoorbeeld het conserveren van water onderdeel kunnen laten uitmaken van de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De EU kan waterconservering wellicht faciliteren zodat het economisch rendabel wordt. Misschien moeten we snel gaan experimenteren met natte teelten ter vervanging van de reguliere landbouw en een infrastructuur opbouwen zodat die producten ook de markt kunnen bereiken. Snelle invoering van een tegelbelasting – zoals in het buitenland al is gebeurd – is een stimulans om te zorgen dat burgers en bedrijven het regenwater afkoppelen, zodat het niet langer in het riool belandt en bijvoorbeeld gebruikt kan worden om hittestress te voorkomen. De Omgevingswet en andere wetgeving zou hier nadrukkelijk op in kunnen spelen.
Ondertussen zit ook Rijkswaterstaat niet stil. Samen met verschillende partners, waaronder de Brabantse Milieufederatie, is het project Wabes (dat staat voor waterbeschikbaarheid) in het leven geroepen om waar mogelijk antwoorden op de vele prangende vragen te formuleren. Rijkswaterstaat gaat namelijk over de verdeling van het water uit het systeem van rijkswateren (rivieren en kanalen). Provincies en waterschappen gaan vervolgens over de verdeling van het water uit de hoofdwatersystemen over de regionale waterlichamen. Dat dit goede afstemming vraagt tussen rijk, provincies en waterschappen is zonneklaar. De vraag is of dit voldoende voortvarend gebeurt, gelet op het feit dat in 2021 de Wabes zijn wettelijk beslag moet krijgen en er rond die tijd een nieuw Maasverdrag met Frankrijk, België en Duitsland moet liggen waarin onder andere de waterverdeling geregeld moet zijn.
In het Wabes-project is gekeken naar de doorwerking en wisselwerking van wateraanvoer en het functioneren van de regionale systemen zoals het stroomdal van bijvoorbeeld Dommel, Aa , Raam en Tungelroyse Beek. Het inzicht in het functioneren van de systemen is hierdoor flink toegenomen. Aspecten daarvan zijn onder andere de waterkwantiteit, de waterkwaliteit, en de hoeveelheid water die minimaal nodig is voor het functioneren van een deelsysteem en de verschillende soorten daarbinnen. Zo is water met een bepaalde stroomsnelheid in de goede richting nodig om zalmen te sturen. De Natura 2000-gebieden hebben minimaal een bepaalde waterstand en water van een bepaalde kwaliteit nodig om te overleven. Maar ook andere oplossingen zijn in beeld gebracht, zoals boten met een geringere diepgang en het beperken van schutverliezen door water bij sluizen terug te pompen.
De Brabantse Milieufederatie ziet het liefst structurele maatregelen, zoals het vasthouden van water hoog in het systeem, natte teelten waardoor de effecten van lange droge periodes worden verminderd en verbetering van de hoeveelheid organische stof in de bodem waardoor meer water in de bodem wordt vastgehouden en de gevoeligheid voor verdroging vermindert. Provincies en waterschappen moeten op korte termijn maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat we in de toekomst langere periodes van grote droogte kunnen overbruggen.
Meet weten over Wabes? Een aantal zaken is op internet toegankelijk gemaakt waarbij met enkele knoppen kan worden gespeeld om risico’s in beeld te brengen. Zie daarvoor: www.wabes.nl.