Let’s plant some trees! Debat over toekomst voedselbossen groot succes

december 7, 2017

Let’s plant some trees! Debat over toekomst voedselbossen groot succes

Door: Peter van Oort

Op 23 november 2017 vond het debat over de toekomst van voedselbossen plaats in de HAS Hogeschool in Den Bosch. De avond werd georganiseerd door de Brabantse Milieufederatie en Den Food Bosch en was met meer dan honderd enthousiaste bezoekers een groot succes.

De avond werd ingeluid met het heugelijke bericht van John Vermeer dat eerder die dag de Green Deal Voedselbossen was ondertekend in Lelystad, door maar liefst 21 bedrijven, organisaties en overheidsinstanties in Nederland! Een goed begin van het debat, dat werd geleid door Veerle Sleegers. Zij is o.a. transitieadviseur en consultant voor FoodUp Brabant. De vijf sprekers presenteerden elk in een kwartier hun visie op de vraag “Zijn voedselbossen een realistische en rendale vorm van landbouw?”. Daarna volgde het debat.

Sandra van der Maas presenteerde haar scriptie over de waarde van voedselbossen voor de toekomst voor de agrarische sector. Xavier San Giorgi deelde zijn ervaring op dit gebied en zijn kritische visie op het commercieel gebruik van een voedselbos als landbouwvorm. Paul Müller en Marc Leiber van Den Food Bosch vertelden vol passie over hun voedselbos in aanleg in Vught en deelden hun toekomstvisie op voedselbossen. Linder van den Heerik vertelde over voedselbossen als onderdeel van het permacultuur-gedachtegoed

Opvallend was dat alle sprekers door hun eigen bril kijken naar het concept voedselbossen. Linder liet vooral de bredere inbedding in de permacultuur zien, Paul en Marc de praktische kant en Xavier de opties voor industrialisering om de grote ommezwaai in de landbouw inzichtelijk te maken. Sandra was de enige die een concreet voorbeeld liet zien m.b.t. de financiële haalbaarheid. Haar voorbeeld toonde aan dat een volwassen voedselbos/agroforest minimaal 230% van de opbrengst van monocultuurgewassen kan opbrengen.

Maar de kosten en opbrengsten mogen niet alleen financieel bekeken worden. Als we de winst in biodiversiteit meenemen, of het vermogen van de bodem om meer water vast te houden bij intense regen, of het zuiveren van de lucht en het opslaan van CO2, zijn de opbrengsten onmeetbaar hoog. Daarbij werd ook geschetst dat de schade die de conventionele landbouw toebrengt aan de bodem en het milieu in het algemeen, niet wordt meegerekend in de ‘opbrengst’ uit de landbouw op dit moment. Het blind staren op de financiële gevolgen van voedselbossen zou kortzichtig zijn, gezien de grote voordelen op het gebied van natuur, milieu en de bestendigheid voor de voedselzekerheid in de toekomst.

Er werd echter ook een kritische noot besproken over het ongetemde optimisme rondom voedselbossen, vooral m.b.t. de industrialisering van voedselbossen. Wanneer er machinaal geoogst moet worden, vallen er veel soorten af. Sommige combinaties die in de tropen goed werken, zullen in ons klimaat niet passen. Ook kwam er een voorbeeld van een druif die een tamme kastanje ‘wurgt’ door zijn lange uitlopers om een groeiende stam. Wat hiermee wordt aangetoond is dat we nog in de pioniersfase zitten voor de gematigde zone. En dat er nog veel ontdekt en uitgeprobeerd moet worden. De mogelijkheden zijn dus niet eindeloos, maar alle kennis om nu te beginnen is aanwezig. Elke vorm van een voedselbos is afhankelijk van de lokale omstandigheden, zoals de bodem, de wind, de ligging en de omgeving en zal dus ontworpen moeten worden met inachtneming van deze factoren. Daar zijn specialisten voor nodig.

Wanneer voedselbossen hun intrede doen in grote delen van de landbouw, dan zal er bos ontstaan waarbij steeds minder licht op de grond zal komen. Eenjarige gewassen hebben altijd volle zon nodig in deze contreien. Er werd daarom gepleit voor het telen van eenjarige gewassen vanaf het moment dat een voedselbos wordt aangeplant. Er is dan nog volop ruimte tussen de bomen en het geeft een pas aangeplant voedselbos de gelegenheid om direct inkomsten te genereren.

Tijdens het debat werd er ook gesproken over de vraag: “Kunnen voedselbossen de wereld voeden?”. Doordat er vele vormen van voedselbossen mogelijk zijn, zijn ook de mogelijkheden eindeloos. Er zijn mogelijkheden voor de veehouderijen om rijenteelt (alley cropping) te implementeren, ook bosweides zijn mogelijk (silvopasture), zelfs oeverstroken zijn ter sprake gekomen (een bijzondere vorm van agroecologie genaamd chinampas). Voedselbossen zijn de rijkste vorm van agroecologie (op het gebied van biodiversiteit, gelaagdheid in de structuur en verschillende functies die het systeem kan dienen). Een inschatting voor de toekomst zal een gemiddelde zijn van al deze mogelijkheden, waarbij het moeilijk is om te zeggen welke vormen zullen overheersen. Om de woorden van Linder te gebruiken; “het is niet de vraag OF we de wereld kunnen voeden, maar HOE we de wereld gaan voeden met voedselbossen”.

Een vraag van een boer uit het publiek was hoe hij een voedselbos kan implementeren in zijn bedrijf. Het antwoord was de rode draad van de rest van de avond: kijk naar de aanwezige situatie. Wat voor bedrijf is het? Wat zijn de mogelijkheden? Wat voor bodem is er aanwezig? Zorg voor een gedegen ontwerp en implementeer deze in fases om het bedrijf te laten ‘groeien’ en kosten te spreiden.

Een andere vraag uit het publiek was een casus. Welke eetbare gewassen kunnen er groeien in een bos op natte veengrond? Verschillende antwoorden kwamen van de sprekers. Een daarvan was: “Een groot scala aan gewassen zijn mogelijk, als het organisch gehalte maar hoog genoeg is en er voldoende bomen groeien die een positieve invloed hebben op de waterhuishouding, zoals populier en wilg”. Ook werd er geantwoord: “De zure gronden zijn erg geschikt voor bijvoorbeeld cranberries”. Een ander antwoord: “We zullen voorbij voedselproductie moeten kijken voor dergelijke gronden. Met het naderende einde van de fossiele brandstoffen zullen we moeten denken aan brandstof en/ of bouwmaterialen, of bijvoorbeeld textielgewassen”.

Samenvattend was het een avond vol optimisme en goede hoop dat voedselbossen een hoop mensen kunnen voeden in de toekomst. Er dient ingezet te worden op een veelheid van systemen, want welke vorm een voedselbos aanneemt wordt bepaald door de locatie, de bodem en zijn omgeving. Dat zorgt voor een hoge complexiteit als we het hebben over ontwerp, ontwikkeling, opbrengst en onderlinge relaties van de vele natuurlijke aspecten. Het wordt dus een mooie ontdekkingsreis, maar alle kennis en de nodige voorbeelden om het nu te gaan doen zijn aanwezig.
Ook wordt er gepleit om de beschikbare grond niet alleen voor voedselproductie, maar ook voor andere producten in te zetten, zoals bouwmaterialen, brandstof en andere bruikbare toepassingen (bijvoorbeeld textiel). Paul Müller wist de avond passend af te sluiten met de daadkrachtige boodschap: Let’s plant some trees!

Met dank aan de HAS Hogeschool, Den Food Bosch en FoodUp Brabant. Tekst: Peter van Oort. Foto’s en organisatie: Marjolein Bezemer namens de Brabantse Milieufederatie.

Tags:

Neem contact op