Grondgebonden boeren verdienen specifiek beleid
mei 10, 2017
Grondgebonden boeren verdienen specifiek beleid
Op dinsdag 9 mei bood Netwerk GRONDig het handvest ‘Ruim baan voor grondgebonden melkveehouderij’ aan informateur Schippers, de onderhandelaars voor een nieuw kabinet en de landbouwwoordvoerders van de verschillende fracties aan. Het handvest wordt ondersteund door een brede coalitie van maatschappelijke organisaties, waaronder de Brabantse Milieufederatie en de Natuur en Milieufederaties.
De kern is de noodzaak van specifiek beleid voor grondgebonden en biologische melkveebedrijven. Zij veroorzaken geen (milieu)problemen en mestoverschot. Zij werken op bedrijfsniveau met een kringloopsysteem: bodem, plant, dier en mest. Dit betekent dat zij op eigen land alle ruwvoer produceren en alle mest gebruiken. Door het eigen ruwvoer (overwegend gras) hoeven grondgebonden bedrijven weinig eiwitrijk krachtvoer aan te kopen. Dit alles in tegenstelling tot intensieve melkveebedrijven die onder geconditioneerde omstandigheden produceren, die gebruikmaken van wereldwijd verhandelbare grondstoffen en een minder positieve bijdrage leveren aan het Nederlandse cultuurlandschap.
De Coalitie Grondgebonden Melkveehouderij wil een sterke vereenvoudiging van de wet- en regelgeving voor grondgebonden melkveebedrijven die op eigen land ruwvoer produceren, mest gebruiken en koeien weiden. Zij werken natuur-inclusief. Bovendien is een grondgebonden bedrijf letterlijk een broedplaats voor weidevogels!
Van generiek naar specifiek beleid
Het huidige beleid maakt geen onderscheid tussen grondgebonden (extensieve) en intensieve melkveebedrijven. Generieke regelgeving, om de milieubelasting door intensieve bedrijven te beperken, heeft juist bijgedragen aan een verdere intensivering en een geringere maatschappelijke waardering. Daarbij zorgt de intensivering weer voor een toename van de milieubelasting; een vicieuze cirkel waarin de melkveehouderij al decennia zit. Bovendien betalen de grondgebonden melkveehouders onterecht mee aan de rekening die ontstaat door (milieu)problematiek. Hoogste tijd om deze vicieuze cirkel te doorbreken.
Voor de grondgebonden melkveehouderij kan de overheid volstaan met veel eenvoudigere regels: dit geldt voor ammoniak (huisvesting en mestaanwenden), voor mest (stikstof en fosfaat) en voor derogatie. Omdat grondgebonden melkveebedrijven positief bijdragen aan onder meer bodemleven en biodiversiteit (zij zijn ‘natuur-inclusief’) kan vergroening van het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid ook gericht op deze bedrijven worden ingezet.