BMF verzet zich tegen helikoptervluchten bij natuur
december 4, 2017
BMF verzet zich tegen helikoptervluchten bij natuur
De provincie Noord-Brabant heeft onlangs ontheffingen verleend voor recreatieve helikoptervluchten bij enkele evenementen in de directe omgeving van kwetsbare natuur- en stiltegebieden. De Brabantse Milieufederatie verzet zich daar samen met andere natuurorganisaties tegen.
Het gaat onder meer om 60 vluchten vanuit Lennisheuvel, vlakbij de natuurgebieden Kampina en Mortelen. Hiertegen hebben de BMF en de Werkgroep Natuur- en Landschapsbeheer Boxtel bezwaarschriften ingediend. Verder gaat het om twee ontheffingen van telkens 50 vluchten vanuit Udenhout nabij de natuurgebieden de Brand en Loonse en Drunense Duinen. Hiertegen maakt de BMF samen met Natuurmonumenten en Brabants Landschap bezwaar.
In al deze gevallen heeft de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB), die namens de provincie de ontheffing verleende, geen enkele rekening gehouden met de belangen van natuur en milieu in de omgeving. De locaties vanwaar de vluchten plaatsvinden liggen veel te dicht (circa 600 meter) bij de natuurgebieden. Dit terwijl volgens de huidige inzichten (zie bijvoorbeeld dit rapport) moet worden uitgegaan van een minimale afstand van 2150 meter.
Bovendien is er geen enkele beperking opgenomen met betrekking tot de route die de helikopters aan dienen te houden. Zo kan er ook boven natuurgebieden als Kampina en Loonse en Drunense Duinen gevlogen worden. Dit leidt tot verstoring van de rust van omwonenden en van de natuur in de omgeving. Maar het is ook in strijd met de Wet natuurbescherming, waarvoor de provincie ook verantwoordelijk is. En bovendien levert het geluidsoverlast op in de provinciale stiltegebieden Kampinasche Heide en Drunensche Heide.
Samen met de andere natuurorganisaties dringt de BMF er dan ook op aan om de verleende ontheffingen in te trekken en het huidige, veel te soepele beleid aan te scherpen. Meer dan nu moet rekening worden gehouden met de belangen van natuur, milieu en de omwonenden. De huidige regelgeving biedt daartoe voldoende mogelijkheden. Het is nu aan de provincie om een beslissing te nemen op de bezwaarschriften. Mocht dat niets opleveren dan zal de BMF de ontheffingen zo nodig ook bij de rechter aanvechten.