BMF teleurgesteld over plan van aanpak mestfraude
december 21, 2017
BMF teleurgesteld over plan van aanpak mestfraude
De Brabantse Milieufederatie is teleurgesteld over het plan van aanpak van de sector om de mestfraude aan te pakken. Het voorgestelde kwaliteitskeurmerk biedt geen enkele garantie dat mestfraudeurs worden gestraft. Alleen met meer controle en strengere straffen voor overtreders, kan de mestfraude effectief worden aangepakt. Minister Schouten moet daarom de handhavingscapaciteit fors uitbreiden.
Omgekeerde wereld
Het kwaliteitskeurmerk is de omgekeerde wereld. In plaats van mestfraudeurs keihard aan te pakken, wordt een keurmerk uitgedeeld aan ondernemers die zich gewoon aan de regels houden. Het keurmerk biedt bovendien geen enkele garantie dat het illegaal uitrijden van mest tot het verleden behoort. In Nederland wordt naar schatting tot wel 40% van het mestoverschot illegaal gedumpt, met alle nadelige gevolgen voor natuur, milieu en omwonenden van dien.
Handhaving schiet tekort
Volgens minister Schouten moet de handhaving ‘gerichter en effectiever’, maar daarmee ontkent ze het daadwerkelijke probleem: een tekort aan handhavers. Uit het NRC-artikel over de mestfraude bleek dat de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit in heel Zuid-Nederland niet meer dan vijf controleurs op de weg heeft, die ook nog eens bekend zijn bij de fraudeurs. Dat aantal moet flink omhoog om enigszins zicht te kunnen houden op de 600 mesttransporten per dag in Zuid-Nederland.
Overheid moet verantwoordelijkheid nemen
Dit is het zoveelste voorbeeld waarbij de aanpak van een ernstig milieuprobleem bij de sector wordt neergelegd. De overheid moet zelf zijn verantwoordelijkheid nemen en mestfraudeurs keihard aanpakken. Alleen dan kan de mestfraude effectief worden opgelost.
Ook NVWA kritisch over plan van aanpak
Ook de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, die verantwoordelijk is voor toezicht op de mestregels, is kritisch over het plan van aanpak. De NVWA geeft aan dat de gestelde doelen niet concreet genoeg geformuleerd zijn en dat het plan van aanpak de fraudeprikkel niet wegneemt.