9 meestgestelde vragen over de Omgevingswet
januari 22, 2024
De 9 meestgestelde vragen over de Omgevingswet
Nederland kent veel regels die zorgen voor een prettige en veilige woon- en werkomgeving. Deze regels gaan over natuur, milieu, wonen en bouwen. Door de vele regels is het soms ingewikkeld om plannen of projecten van de grond te krijgen. Daarom is de Omgevingswet ingevoerd, om alle regels eenvoudiger te maken. Hieronder lees je de antwoorden op de 9 meestgestelde vragen over de Omgevingswet.
Voor het laatst geüpdatet op 18 januari 2024
1. Wat is de Omgevingswet?
Op 1 januari 2024 werd de Omgevingswet van kracht. De wet moet de wet- en regelgeving voor ontwikkeling en beheer van de fysieke leefomgeving bundelen en vereenvoudigen. Alle wetten en regels op het gebied van water, lucht, bodem, natuur, infrastructuur, gebouwen en cultureel erfgoed vallen voortaan onder deze nieuwe wet. De Omgevingswet geldt voor alle organisaties, bedrijven en inwoners in Nederland. Het idee is dat nieuwe initiatieven sneller van de grond komen als er maar één loket is en als er maar via één wet getoetst hoeft te worden. De Omgevingswet bevordert de integrale besluitvorming en samenhang door alle essentiële aspecten uit de fysieke leefomgeving zo vroeg mogelijk te betrekken bij visie- en planvorming.
Meer informatie over de inhoud en werking van de Omgevingswet vind je in onze blog: Alles wat je moet weten over de Omgevingswet.
2. Waarom wordt de Omgevingswet steeds uitgesteld?
Vanwege verschillende problemen is de inwerkingtreding van de Omgevingswet sinds instemming in 2016 al vijf keer uitgesteld. De Eerste Kamer ging uiteindelijk op 14 maart 2023 akkoord met de invoeringsdatum van 1 januari 2024.
Om meerdere redenen is de Omgevingswet steeds uitgesteld. De Omgevingswet is een ingrijpende wet waarbij met één druk op de knop veel wetten zijn vervangen door één wet. De Omgevingswet zorgt voor een omvangrijke hervorming van de Nederlandse wetgeving over de fysieke leefomgeving en ruimtelijke ordening. Het heeft daarom veel tijd en middelen gevergd om de uitvoeringsregelgeving op te stellen en ambtenaren en andere betrokken partijen te trainen. De Omgevingswet is daarom meerdere malen uitgesteld om zeker te zijn dat bij de uitvoering niks fout gaat.
De grootste boosdoener van het uitstellen van de Omgevingswet is het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO). In het DSO moeten alle bestaande plannen worden opgenomen. Gemeenten en bedrijven hadden meer tijd nodig voor het inrichten van het DSO en zich voor te bereiden op de ingang van de Omgevingswet. Het DSO heeft meerdere keren gezorgd voor een uitstel van de Omgevingswet, doordat het stelsel vaak systeemfouten en uitvoeringsproblemen heeft gehad.
3. Wat is DSO en waarom is dat zo moeilijk?
DSO staat voor Digitaal Stelsel Omgevingswet. Het DSO is onderdeel van de Omgevingswet en ondersteunt de Omgevingswet in de uitvoering. Het DSO moet informatie over de fysieke leefomgeving beschikbaar stellen. Het is de opvolger van ruimtelijkeplannen.nl, Activiteitenbesluit Internet Module, Omgevingsloket online (OLO) en Meldpunt Bodemkwaliteit. Alle overheden moeten hun systemen laten aansluiten op het DSO. Landelijke en decentrale overheden moeten informatie over de fysieke leefomgeving in het DSO publiceren.
Het DSO bestaat uit samenhangende bronnen, gegevens, standaarden en digitale voorzieningen. Een belangrijk onderdeel van het DSO is het Omgevingsloket. Het Omgevingsloket bevat de nationale regelgeving. Hier zien overheden, initiatiefnemers en belanghebbenden wat toegestaan is in de fysieke leefomgeving. Met het Omgevingsloket is het mogelijk meldingen te doen, vergunningen aan te vragen en informatie te geven. Lokale overheden kunnen op het Omgevingsloket hun regelgeving publiceren. Daarnaast biedt het Omgevingsloket informatie over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en bevat het alle regels die op een bepaalde locatie gelden. Voor initiatiefnemers wordt het eenvoudig om een snel overzicht te krijgen over wat wel en wat niet is toegestaan in een gebied.
Door het groot aantal wetten en regels dat in het DSO ondergebracht worden, is het een complex systeem wat lastig te gebruiken is. Het feit dat het DSO bestaat uit meerdere componenten maakt het ook lastig om een juiste samenhang en aansluiting te creëren. Daarnaast is de wet- en regelgeving waarop het systeem gebaseerd is nog tot 1 januari 2032 in ontwikkeling. Het DSO zal pas volledig ontwikkeld en te gebruiken zijn wanneer de wet- en regelgeving volledig voldoet aan de nieuwe standaarden. Voordat het DSO in werking trad konden gemeenten en andere overheden al hun documenten digitaliseren en invoeren in het DSO. Dit bleek meer werk dan verwacht.
Zie ook vraag 8.
4. Wat is het verschil tussen oude en nieuwe procedures?
Met ingang van de Omgevingswet is de reguliere voorbereidingsprocedure (korte procedure van 8 weken) (afdeling 4.1 Awb) het uitgangspunt in plaats van de uitgebreide voorbereidingsprocedure (6 maanden) (afdeling 3.4 Awb). De korte procedure is de standaard voor het voorbereiden van omgevingsvergunningen. Met een omgevingsvergunning kunnen overheden, bedrijven en burgers toestemming vragen aan het bevoegd gezag om een activiteit in de leefomgeving uit te voeren.
De korte procedure heeft als mogelijkheid om te beslistermijn met 6 weken te verlengen boven op de termijn van 8 weken. Met de korte procedure is er geen mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Er is alleen nog een bezwaar of beroep mogelijk. Bij een uitgebreide procedure is het indienen van een zienswijze wel mogelijk.
De Omgevingswet heeft als uitgangspunt dat activiteiten zoveel mogelijk geregeld moeten worden met algemene regels, waardoor een beperkte hoeveelheid activiteiten nog vergunningplichtig is. Een klein aantal activiteiten is nog wel vergunningplichtig. De vergunningplichtige activiteiten worden aangewezen door de gemeente in het omgevingsplan, door de provincie in de omgevingsverordening, door het waterschap in de waterschapsverordening en door het Rijk in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Doordat een beperkt aantal activiteiten onder de Omgevingswet vergunningplichtig is, hoeft minder vaak een omgevingsvergunning te worden aangevraagd bij het bevoegd gezag. Hierdoor hoeft het bevoegd gezag minder activiteiten te toetsen en heeft het bevoegd gezag minder inzicht op de activiteiten die plaatsvinden. Het voorbereiden van de uitvoering van een activiteit gaat dus sneller, maar het risico van een activiteit vergroot, omdat het bevoegd gezag minder inzicht heeft wat er speelt in de fysieke leefomgeving.
Met ingang van de Omgevingswet zijn bepaalde regels over verschillende onderwerpen van het Rijk naar waterschappen en gemeenten verhuisd. Deze regels worden de bruidsschat genoemd. Dankzij de bruidsschat kunnen waterschappen en gemeenten zelf besluiten en afwegen hoe deze onderwerpen worden geregeld. Het pakket aan regels is onderdeel van de waterschapsverordening en het omgevingsplan. In het omgevingsplan kan de gemeente de bruidsschatregels aanpassen en daarmee het vergunningstelsel wijzigen. Gemeenten moeten dus actief aangeven en regelen welke activiteiten zij toestaan en welke niet.
5. Hoe gaat participatie binnen de Omgevingswet?
Onder de Omgevingswet is participatie een belangrijke pijler. Participatie is het actief betrekken van burgers, organisaties en bedrijven bij besluitvorming in een zo vroeg mogelijk stadium. Doordat belanghebbenden mogen meedenken, meebeslissen en adviseren wordt meer draagvlak voor plannen en projecten gecreëerd. Gemeenten mogen echter zelf bepalen in hoeverre belanghebbenden mogen meebeslissen. In principe geldt participatie voor iedereen.
Onder de Omgevingswet is het de bedoeling dat de omgeving en belanghebbenden zo vroeg mogelijk worden betrokken bij de besluitvorming, zodat de kwaliteit en het draagvlak worden vergroot. Met zo vroeg mogelijk betrekken wordt de periode voor het moment van terinzagelegging bedoeld. Op deze manier mogen belanghebbenden en betrokkenen meedenken en hun wensen en ideeën inbrengen over een project of plan. De Omgevingswet stimuleert overheden meer aandacht te besteden aan participatie.
Met ingang van de Omgevingswet is niet veel veranderd op het gebied van participatie. Veel gemeenten hebben al een participatiebeleid. Onder de Omgevingswet is dit minder vrijblijvend. Participatie is wettelijk verplicht voor meerdere kerninstrumenten, zoals het omgevingsplan, de omgevingsvisie en het programma. Overheden moeten aangeven hoe zij belanghebbenden hebben betrokken, wat de resultaten daarvan zijn en hoe dit verwerkt is in het plan. Daarnaast is het vaststellen van participatiebeleid verplicht.
In onze blog Alles wat je moet weten over de Omgevingswet vind je meer informatie over participatie per kerninstrument.
Meer informatie over participatie per instrument en handvatten voor de uitvoering daarvan vind je op het Informatiepunt Leefomgeving. Daarnaast vind je op deze website de Inspiratiegids Participatie Omgevingswet.
6. Participatie: Nodigt de gemeente mij zelf uit (als ik betrokken ben) of moet ik mezelf melden?
Wij suggereren verschillende manieren om deel te nemen aan participatie- of inspraakmogelijkheden en/of daarvan op de hoogte te blijven.
- Wanneer er een plan of project in jouw woonomgeving speelt, adviseren wij mee te denken door middel van het opsturen van een brief.
- Plannen of projecten die in jouw buurt spelen, vind je op de website van jouw gemeente. Op de website van de gemeente staat vaak een kopje projecten met daarin alle actuele plannen en projecten.
- Op de website van jouw gemeente vind je ook regelingen of lopende projecten waarbij je kan aansluiten en initiatief kunt nemen.
- Op Overheid.nl en op Officielebekendmakingen.nl vind je de bekendmakingen van formele inspraakmogelijkheden. Bij de emailservice kun je je aanmelden of je kunt de app downloaden om op de hoogte te blijven van besluiten in jouw omgeving.
Bij inspraak- of participatiemogelijkheden is het belangrijk dat je jezelf meldt. Meld je als burger aan voor participatie bij de gemeente en breng je wensen en kennis in bij de verkenningsfase en ontwerpfase. Bereid je inbreng goed voor en weet welke kennis je meebrengt! Door op de hoogte te blijven van actuele projecten kun je vroegtijdig initiatief nemen en jezelf melden.
7. Wat is de routekaart voor de Omgevingswet?
Er bestaan verschillende routekaarten voor de Omgevingswet. Zo vind je op onze website een routekaart die je helpt bij het navigeren door de Omgevingswet. De routekaart bevat tips, basisinformatie en verwijzingen naar belangrijke websites en documenten.
Op de website Aan de slag met de Omgevingswet vind je een Gezamenlijke Hoofdroute 2024. Alle partijen die betrokken zijn bij de implementatie van de Omgevingswet hebben gezamenlijk een hoofdroute opgesteld over de invoering van de Omgevingswet. De routekaart geeft inzicht in hoe de samenwerkende partijen de inwerkingtreding van de Omgevingswet willen bereiken.
Daarnaast vind je op de website van Samen voor onze leefomgeving een stappenplan en meerdere wegwijzers die informatie over de Omgevingswet bieden en aangeven hoe jij invloed kan uitoefenen via de Omgevingswet. Ze bevatten ook handvaten om inbreng te geven aan de gemeente wanneer een omgevingsplan of omgevingsvisie wordt opgesteld.
8. Wat is OLO?
OLO staat voor Omgevingsloket Online en is een landelijk digitaal loket voor vergunningen en bepaalde meldingen. Voorheen was veel informatie te vinden op ruimtelijkeplannen.nl over ruimtelijke ordening.
Vanaf de inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen er geen vergunningen worden aangevraagd en meldingen worden ingediend op het OLO. Het Omgevingsloket van het DSO verving het OLO. Het is echter wel nog mogelijk aanvullingen in te dienen op al reeds ingediende aanvragen op het OLO. Dit kan tot zes maanden na de inwerkingtreding van de Omgevingswet.
Op de website Kenniscentrum InfoMil vind je informatie over de veranderingen van het OLO naar het nieuwe Omgevingsloket voor overheden en voor bedrijven en particulieren. Zie ook vraag 3.
9. Kun je even meekijken met ruimtelijkeplannen.nl?
Ruimtelijkeplannen.nl is een landelijk portaal voor alle digitale ruimtelijke plannen. Op de website vind je alle regels, plannen, visies gemaakt door het Rijk, provincies en gemeenten die belangrijk zijn voor het gebruik en de inrichting van de ruimte in Nederland. De website beschikt over informatie over de plannen op het gebied van ruimtelijke ordening en de fysieke leefomgeving.
De website ruimtelijkeplannen.nl is redelijk makkelijk te gebruiken. Op de startpagina ga je via de zoekbalk zoeken naar ruimtelijke plannen. Dit kan met een plaatsnaam, adres, plannaam of identificatienummer. Ook kun je via de kaartviewer naar ruimtelijke plannen zoeken door in en uit te zoomen en te bewegen over de kaart. Hierop kun je specifieke gebieden selecteren. Tussen de zoekresultaten kun je het juiste gemeentelijke, provinciale of landelijke ruimtelijke plan selecteren. Hier vind je meer informatie en verschillende documenten over dat gebied. Dit kunnen bijvoorbeeld toelichtingen, kaarten of voorschriften zijn. Deze documenten zijn te downloaden.
We begrijpen dat het soms lastig is om te vinden wat je zoekt bij ruimtelijkeplannen.nl. De Brabantse Milieufederatie heeft echter niet voldoende medewerkers en middelen om mee te kijken met lokale plannen. Daarvoor verwijzen wij je door naar de plaatselijke natuur- en milieuorganisaties. Die vind je hier. Daar vind je vaak wel iemand die er meer ervaring mee heeft.
Het DSO verving op 1 januari 2024 ruimtelijkeplannen.nl. Het DSO heeft een oefenomgeving waar je kennis maakt en oefent met het gebruik van het systeem. Deze oefenomgeving vind je hier.
Foutje gezien? Mail naar communicatie@brabantsemilieufederatie.nl
Lees verder...
DOE MET ONS MEE
Sluit je aan voor een duurzaam Brabant!